Aan het einde van de negentiende eeuw emigreren tienduizenden mensen vanuit West-Europa naar Canada, waar de mogelijkheden onbegrensd lijken. Maar het leven in het beloofde land is hard en alleen de sterksten zullen het redden. Ook de ouders van Cassandra ervaren dat. Haar vader laat zich verleiden door de zucht naar goud dat in het barre noorden wordt gevonden. Haar moeder stapt op de eerste trein die zich aandient. Nova Scotia is het eindpunt, een stinkende stad waar vrouwen schaars zijn. Daar verdient ze haar geld met het afleggen en balsemen van lijken.
Cassandra heeft tekentalent. Dit wordt opgemerkt door een kunstenaar, die haar gaat lesgeven. Haar talent voert haar later naar de dodenakkers van de Eerste Wereldoorlog, waar ze opnieuw met leven en overleven wordt geconfronteerd.
Johanna Spaey (Leuven, 1966) studeerde assyriologie in Leuven en Leiden. Ze werkt als freelancejournaliste en eindredactrice voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuut, Dood van een soldaat (2005), won Spaey de Gouden Strop en de Hercule Poirot-prijs. Er werden ruim 35.000 exemplaren van verkocht. In 2007 verscheen de roman Vlucht, over twee jonge vrouwen ten tijde van de Eerste Wereldoorlog.
